zondag 24 mei 2020

Lief kind van me

Mei 2020. Een maand die ik nooit meer vergeet. Nog nooit zat ik in zo'n achtbaan van emoties. Geregistreerd partnerschap met coronabeperkingen kind. Jarig, ook dat nog. Uitvaart als gevolg van Covid-19 stiefbroer. Feestelijk. Verdrietig. Eenzaam. Het wisselt elkaar af. 

En dan, gisteravond, voor de derde keer Oma worden. Bomma in mijn geval. De dag na de uitvaart. Feestelijk, verdrietig, eenzaam. Tegelijk.

Mijn jongste zoon zag best een beetje op tegen de bevalling. "Ja, ik weet niet hoor, al dat bloed enzo....". Dat kun jij best, kom op, probeer er vooral van te genieten. Het is zo mooi en je maakt het niet elke dag mee. Vol goede moed gaat hij eraan beginnen.

En dan appt hij. Spoedkeizersnede. Mag je erbij zijn? Ja.

Lief kind van me, liefste jongste zoon, wat wilde ik je ineens weer omhelzen. Je hand vasthouden. En je vertellen: jij kan dat. Jij gaat dat gewoon doen. Je gaat erbij zijn en je kind geboren zien worden. In gedachten heb ik dat ook gedaan.

Drie kwartier later ontvang ik je verlossende app. Alles is goed gegaan. Ontroerende foto erbij, met je zoon in je armen. Staat je stoer zo'n operatiepak.
Je kon het. Je hebt het gedaan. Ik kan je met een gerust hart los laten. Mijn kleine jochie is een grote vent geworden.

Wat ben ik trots op je!

zondag 19 april 2020

Corona

Nou, vooruit dan. Laat ik eens vertellen wat dit coronatijdperk zoal teweeg brengt bij mij. Daar zit de mensheid denk ik wel op te wachten inmiddels. En ik heb tenslotte al heel lang niet meer geblogd dus het mag wel weer eens.

Om te beginnen heeft Covid-19, met alle maatregelen die ertegen genomen zijn en alle gevolgen die die maatregelen hebben, mij er meer dan ooit van overtuigd dat ik maar voor één ding echt in de wieg ben gelegd. Kluizenaar in een hutje op de hei.Met hond(en). En kat(ten). En een goede geluidsinstallatie.
Dat idee had ik zelf natuurlijk al heel lang, maar nu weet ik het zeker. Ik geniet namelijk van die relatieve rust. Eigenlijk vind ik het soms nog steeds een vreselijk kabaal op die dagelijkse zondagochtenden. Het zou wat mij betreft nog wel wat minder mogen. Ik houd niet van kabaal, behalve wanneer ik het zelf veroorzaak.
Maar een eenzaam bestaan is het zo nu en dan wel.

Want er zijn sociale contacten die ik mis. Voor de #stayhome maatschappij had ik ook al zeer beperkt vriendschappen hoor, ik ben gewoon graag met regelmaat alleen. Maar de vriendschappen die ik had, of leek te hebben, daar hechtte ik waarde aan. Inmiddels is met sommigen het contact totaal verwaterd. Niet alles is telefonisch of digitaal te redden. Jammer! 

Ik bespreek dit soort voorvallen (en natuurlijk nog veel meer) tegenwoordig met mijn hond Olga. Onze conclusie: graag of niet!
Met Olga ben ik al meer dan 10 jaar ontzettend blij, maar nu is ze echt van onschatbare waarde.

Gelukkig zijn er ook mensen die door alle #blijfbinnen, #samensterk, #houvol en andere waarschuwingen heen wel creatief contact weten te houden. Dat zijn de mensen die je nodig hebt in je leven! Sterker nog, daarvoor sla je soms de adviezen even in de wind. Behalve die anderhalve meter natuurlijk.

En dan was er ook nog mijn werk. Ik zal eerlijk zijn, het heeft mij bergen stress opgeleverd. Tot buikpijn, hoofdpijn, na jaren weer hyperventilatie en uiteindelijk dus medicijngebruik toe. 
Om nog maar te zwijgen over het dagelijkse chagrijn als ik mijn bed uit moest ervoor. 
Want waar ik voortdurend en overal hoorde dat we vooral de kwetsbare ouderen moesten beschermen tegen dit ongenadige virus, werd ik dus drie keer per dag naar iemand die precies aan deze omschrijving voldoet gestuurd. Zonder beschermingsmiddelen.

Mijn eerste werkdag in de week dat tot de menigte begon door te dringen dat Covid-19 geen geintje was, viel ik meteen met mijn neus in de boter. Een cliënte werd met zware longklachten, hoesten, benauwdheid in een ambulance afgevoerd. De in wit pak met mondkapje, muts en bril gehulde ambulanceverpleegkundige wilde de woning niet eens betreden. Of ik mevrouw naar buiten kon begeleiden. Dat het niet om gewone maatregelen tegen griep ging, zoals hij wel beweerde, was me wel duidelijk. Maar hoe moest het dan met mijn werk? Bel je werkgever even luidde het advies. Logisch.
Aan de telefoon kreeg ik te horen dat als ik de rest van de dag geen bijzonder kwetsbare mensen op het programma had staan, ik gewoon door kon werken. Op mijn opmerking dat ik dat best een beetje raar vond volgde een soort paniekerig "ja maar wij moeten gewoon zorg leveren!".

Tot op de dag van vandaag, een week of 6 later, leveren we nog steeds gewoon zorg, heb ik nog altijd geen beschermingsmiddelen en vraag ik mij voortdurend af of dat wel een goed idee is. 
Gelukkig testte de bewuste cliënte negatief op Covid-19. Het was longontsteking met kinkhoest. Maar gezien de symptomen had dat anders kunnen zijn. Als ik daar aan denk word ik weer boos. En nerveus. 
De medicijnen en mijn gebrekkige hipbox bieden dan verlichting. Alle gordijnen dicht en hutje op de hei spelen!

Net zoals ik na de coronacrisis waarschijnlijk anders naar sommige mensen zal kijken, zal ik dat ook naar mijn werkgever doen. In mijn hoofd is er al een voor- en een na- het coronatijdperk aan het ontstaan.
Mensen zijn welkom in het hutje op de hei, zo nu en dan. Enkele bijzondere mensen altijd. 

Enjoy the Silence (en dans!!) https://www.youtube.com/watch?v=-_3dc6X-Iwo

zondag 9 juni 2019

Een puber met grijs haar

Eén van mijn eigenschappen is dat ik dingen soms niet zo lang leuk of interessant vind. Omdenken is hip, dus ik hou van variatie. Maar ondertussen is het zo nu en dan knap lastig.

Van de week herinnerde ik me dat ik wel eens een blogje schreef. Na een hoop gedoe met het wachtwoord kon ik weer terecht op mijn account.
Het blijkt lang geleden dat ik iets gepost heb. Het wordt dus wel weer tijd. Niet zo zeer omdat ik denk dat iemand mijn verhalen mist, maar zo'n blog is ook een verdraaid handige manier om dingen voor jezelf even vast te leggen. Voor later als je groot bent en echt alles vergeet.

Ik lees de oude meuk even door. Is er veel veranderd? Nee, niet echt. Ja, toch wel. De omstandigheden zijn anders. Of ik ga er anders mee om, dat kan natuurlijk ook.  

Ik woon nog steeds in Oosterhout, in de wijk Oosterheide. De wil om te verkassen steekt alweer de kop op maar ik druk die kop zo lang het lukt wel in.
Inmiddels grootmoeder, Bomma van een prachtige jongen en een net zo prachtig meisje. Vanaf het moment dat je de schok van het een generatie opschuiven te boven bent is dat enorm genieten. 
Geen geverfd haar meer maar gewoon grijs. Een supergave combinatie met de beugel. 
Dat dranghek staat deze week al twee jaar de stand van mijn tanden en kiezen te optimaliseren. Het einde is in zicht.
Niet meer werkzaam als postbezorger maar als thuisverzorger.
Ik val nu bijna in alle ...+ categorieën die er zijn. 
En ik maak geen deel meer uit van het Bloggers Collectief OBC. We zien elkaar ook nooit meer eigenlijk. Ik weet daar wel een paar oorzaken voor te noemen maar dat doe ik niet.

In het kader van een project waar ik in het voorjaar aan meedeed ging ik bij mezelf na wat mij beweegt. Dat wil zeggen, dat probeerde ik na te gaan. Valt nog helemaal niet mee hoor. Ik ben er ook nog lang niet uit. Mocht ik ooit de illusie hebben gehad dat alle antwoorden wel duidelijk zouden worden als ik eenmaal op leeftijd was, dan moet ik mezelf teleurstellen.

Eigenlijk ben ik gewoon nog steeds die puber, alleen nu met grijs haar. Ik heb de tijd op een verkeerd moment stil gezet. Een paar jaar eerder, toen ik mij nog in mijn fantasierijke kinderjaren bevond was veel beter geweest. 
Maar nee, het werd de onzekere, verlegen, nerveuze, ik kan niks en niemand vindt mij leuk periode waar ik in bleef hangen. Gelukkig hoort het alles uitproberen ook al is het eng principe er ook bij, net als het jezelf steeds opnieuw uitvinden, schoppen tegen wat je niet zint en bij tijd en wijle een goede slappe lach.

En natuurlijk platonisch verliefd zijn. Ik ben daar zo goed in! Het begon ooit met Ard Schenk en komende week zie ik Jon Bon Jovi dus dat wordt weer een meisjeskamer vol posters. 
Het is niet voor niets dat "she's uncertain if she likes him, but she knows she really loves him" mijn favoriete stukje songtekst is. Uit een nummer van David Bowie, op wie ik natuurlijk ook erg verliefd was.

Wie er naar mij toeterde en zwaaide? Ik weet het nog steeds niet. De dader heeft zich niet gemeld. Dat is voor mij dan weer aanleiding om er maar mijn eigen invulling aan te geven, dat heb ik dan ook gedaan. Waar kinderlijke fantasie en puberale platonische verliefdheid elkaar ontmoeten word ik blij van de uitkomst!



zondag 15 juli 2018

Toet toet

Volgens mij maakt iedereen het wel eens mee, er wordt naar je getoeterd, gezwaaid en je hebt geen flauw idee wie het is. 

Mij overkwam het ongeveer jaar geleden. Ik zat op de bus te wachten, wat laat in de middag had ik nog een afspraak in Breda. Aan de overkant van de weg getoeter. En er zwaaide iemand heel enthousiast naar me. Ik herkende de auto noch de persoon erin....had mijn bril ook niet op natuurlijk, al vraag ik me af of dat iets uitgemaakt had. 
Dus zwaaide ik maar een beetje halfbakken terug, helemaal niets doen is ook flauw. Terugzwaaien scheelt mogelijk commentaar achteraf en is gewoon een stuk aardiger. Al was iets meer enthousiasme van mijn kant misschien goed geweest. 
Of stel je voor dat de persoon in kwestie mij verwarde met iemand anders. Wie weet wat een ruzie niet reageren dan tot gevolg zou kunnen hebben: en sinds wanneer zwaai jij niet meer naar mij?!?!?!?!

Toch blijven dat soort dingen me zo nu en dan bezig houden. 
Tot op de dag van vandaag denk ik er wel eens aan terug. Hele verhalen kan ik erover fantaseren, ik zou er een boek over vol kunnen schrijven. Waarbij de wens overigens de vader blijkt van wat gedachten....

zondag 15 april 2018

Ik mis mijn vriend......

Ik heb een goede vriend en ik mis hem. We hebben geen verkering ofzo, dat zou ook een beetje raar zijn. Maar hij is er wel altijd voor me, 24 x 7, ik mag altijd aankloppen. Zou hij mij ook missen? We hebben elkaar al een hele tijd niet meer gezien, kwestie van afstand. Ik heb geen geld voor een treinkaartje, hij reist niet met de trein.

Meestal gaat het wel goed, zo'n relatie op afstand. Ik heb foto's, kan hem in gedachten horen en soms verbeeld ik me zelfs dat ik hem kan ruiken. Maar door wat tegenslag de laatste tijd neemt mijn verlangen hem weer te ontmoeten toe. 
Ik wil me laven aan zijn geduld, tegen hem aan zeuren in de wetenschap dat hij me laat zaniken en vooral luistert. Ik wil zijn troostende aanwezigheid om me heen voelen. Ik kan alles tegen hem zeggen, hij reageert met rustgevende geluiden. Geeft antwoorden in de vorm van inzichten. Uren kunnen we samen zijn, zittend op een groot blok basalt of in het zand. Soms stoeien we even, ik spring boven op hem, hij pakt me op en gooit me weg. Het kind in me komt boven. Nog een keer!

Ik weet dat ik niet zijn enige vriendin ben. Dat geeft niet, ik ben niet jaloers. Als een goed gesprek nodig is vinden we altijd wel een rustig plekje en spelen kan hij met velen tegelijk.

Ik mis hem meer dan ooit, mijn lieve vriend voor het leven. Ooit, ga ik weer vlakbij hem wonen, kunnen we de banden aanhalen, elke dag contact hebben, plezier maken. We delen het zand, de ene keer hij wat meer, dan ik weer. Ik loop van mijn deel in het zijne en verdrink in zijn liefde.

maandag 31 juli 2017

Genderneutraliteit

Ik zal iets in de nieuwsberichten gemist hebben want het kan toch geen toeval zijn dat de discussie over genderneutraliteit oplaait op het moment dat vrouwen aan het voetballen zijn teneinde Europees kampioen te worden en Pride Amsterdam in het weekend plaatsvond.

Ik heb er een heel weekeinde over na lopen denken. En dan vooral over genderneutraal taalgebruik en wat ik daar van vind. Natuurlijk waren er op social media de (okee misschien soms wat flauwe) woordgrappen waar ik, eerlijk is eerlijk, zo nu en dan om moest gniffelen. Ik zag iemand op televisie het bijna niet durven zeggen dat hij wel het gevoel had zich aan de zoveelste minderheid aan te moeten passen. Maar wat vind ik er nou eigenlijk zelf van?

Ik ben er nog niet helemaal uit na een paar dagen maar ik neig ernaar het behoorlijk overdreven te vinden om taalgebruik aan te passen. Ik zie mezelf als iemand die totaal geen nare gevoelens krijgt bij LHBTI. Als dat je gelukkig maakt: DOEN! En wat mij betreft even goede vrienden. Maar om dan ook in de taal geen onderscheid meer te maken tussen man en vrouw. Ik heb zelfs het idee dat het grootste deel van de LHBTI daar helemaal niet op zit te wachten, misschien zelfs alleen de laatste letter.

Waarom maakt het iemand blij als de menigte niet meer aangesproken wordt met "dames en heren"? Het ontgaat mij, ik mis de clou, ik snap het gewoon echt niet. Nu maakt het mij geen barst uit of ze me nou dame, vrouw, reiziger of mens noemen, maar toch......waar komt het gedoe erover vandaan, wat is het nut en waar leidt het toe?

Genderneutrale toiletten? Mij best, als ze dan maar wel de plasbakken voor de mensen met een als aanhangsel van het lichaam gevormd plasorgaan vervangen door hokjes. Ik ben er namelijk van overtuigd dat er ook altijd een kleine minderheid zal blijven die een dergelijk kunstwerk van de natuur graag aan je wil tonen en daar zit ik dan weer niet op te wachten.

En dan ook nog de SIRE-campagne dat we jongens vooral jongens moeten laten zijn. Het staat er zo ongeveer haaks op!
Het toeval wil dat ik zelf moeder ben van jongens. Ik hoop maar dat ik het goed gedaan heb en ze geen trauma voor het leven heb bezorgd. Vuile en kapotte kleren waar ze in thuis kwamen werd ik niet boos over, ze moesten alleen wel leren leven met knielappen. Ik heb wel eens vechtende partijen uit elkaar gesleurd. Hutten bouwen mocht. Ze mochten op voetbal.
Maar op dansen of knutselen mocht ook, en ook dat hebben ze gedaan. Ze hadden Actionman-poppen, Furby, kortom ik hoop dat ik alle kanten van het mens zijn een beetje heb weten te belichten zonder de masculine gevoelens teveel de kop in te drukken.

Ik had vroeger een Oma die mij opriep mij als een dame te gedragen als ik weer eens ongegeneerd, wijdbeens op de bank hing. Ik antwoordde dan steevast: "ik ben geen dame". En dat ben ik ook nooit geworden.
Wel een vrouw. En daar ben ik blij om, soms zelfs trots op. Vrouw zijn is leuk en het persoonlijke hoogtepunt is toch wel dat dit vrouwenlijf kinderen op de wereld kon zetten. Niks "wij zijn zwanger". Nee: wij verwachten een kind, maar ik ben zwanger en ik doe het. Dus noem mij wat dat betreft vooral vrouw of dame.

De conclusie voor mezelf na dit weekend: wat een luxe dat we kennelijk niets anders hebben om ons druk over te maken.
LHBTI: prima. 
Genderneutraliteit o.a. in taalgebruik: ik weet het niet hoor, maar vooruit "mens" is okee. 
Jongens jongens laten zijn: natuurlijk, en veroordeel ze ook vooral niet omdat je dan misschien wat meer drukte in een klas of club hebt. 
Laat meisjes meisjes zijn: die ook wild mogen doen en voetballen als ze daar zin in hebben. Wedden dat niemand zich meer uitgescholden voelt als ze meisje tegen diegene zeggen? 
En vooral: geef jongens en meiden dezelfde kansen in de maatschappij, dan ben je pas genderneutraal.

zondag 18 juni 2017

Vaderdag!

Bijna 83 is hij. En bijna overgrootvader. Mijn lieve Pap!
En ik ben zo blij en vooral dankbaar dat we dat allemaal in goede gezondheid mee mogen maken. Mijn Pap kan en doet eigenlijk alles nog zelf. En alles is veel, hij heeft zich echt niet achter de geraniums verschanst. Als ik bedenk dat ik zin heb om bij hem langs te gaan, bel ik eerst even om te vragen of hij wel thuis is. Ik bedoel maar.

Er zijn mensen die zeggen dat ik, al vanaf dat ik geboren ben een speciale band heb met mijn vader. Als ze daarmee bedoelen dat ik meer naar hem trok dan naar mijn moeder, dan verzet ik me daartegen. Maar verder hebben ze absoluut gelijk.

Het begon al met (2 weken later dan berekend) geboren worden tijdens de Europacup I wedstrijd Benfica-Feyenoord waar hij zich heel erg op verheugd had. Hij wist dus gelijk wat hij aan me had. 
Zelf zegt hij altijd dat hij zich 10 dagen later pas écht vader voelde. Toen mocht hij mijn moeder en mij met zijn mooie, zwarte, net gewassen Kever ophalen uit de kliniek. En dus thuis aan de bak met luiers, badjes, flesjes, knuffelen en verantwoordelijk zijn. De foto's uit die tijd stralen vooral geluk uit, precies zoals het in mijn onbewuste en bewuste herinnering was.

Ze hebben wat met me te stellen gehad hoor: dwars, driftig, eigenwijs, uitproberen, grenzen opzoeken en ga zo maar door. En altijd was er vertrouwen. Toen ik 3 was zat ik in een draaimolen op de kermis, hij ging hard, de bodem draaide niet mee en ik werd bang, ik moest eruit. De eigenaar vertikte het om de molen te stoppen en de paniek sloeg toe. Een paar toegeroepen woorden, één blik en een "NU" waren voldoende. Ik ben uit de draaimolen in mijn vaders armen gesprongen. Dat soort vertrouwen dus. 

Pap is er altijd voor me. Voor ons, want voor de anderen uit het gezin en de kleinkinderen geldt hetzelfde. Je hoeft maar te piepen en hij zal je proberen te helpen. Tot op de dag van vandaag, vaderdag. Volgens sommigen een puur commerciële aangelegenheid, volgens mij niet. Het gaat om de extra aandacht die dag, al jaren en jaren laat mijn Pap zich afschepen met een zak gomballen als vaderdagcadeau. En al kom ik zonder cadeau, dan is dat ook goed.

Waar het op neerkomt is dat ik me zeer gelukkig weet met de vader die ik getroffen heb. Ik ben trots dat hij al jaren voordat ik geboren werd had bedacht hoe ik zou gaan heten. Ik ben trots op de band die we hebben en trots op hem: hoe hij met tegenslagen om is gegaan en nog altijd midden in het leven staat. Ik hou zielsveel van mijn lieve Pap.

De zak gomballen is in huis, ik heb gebeld en hij is thuis vanmiddag.